maandag 9 maart 2015

Boekverslag: De kleine blonde dood


De kleine blonde dood is geschreven door Boudewijn Büch. Hij is geboren op 14 december 1948. Hij was een Nederlandse dichter, schrijver en televisiepresentator. 


Titelverklaring:

De titel slaat op de kleine blonde zoon, Micky, van de hoofdpersoon, die later in het boek overlijdt aan een geknapt hersengezwel. Deze verklaring wordt voor het eerst genoemd wanneer Boudewijn, Mieke en Micky op vakantie in Italië zijn. Boudewijn en Mieke maken ruzie over het drankgebruik van Mieke. Boudewijn vertelt dat hij ‘s nachts vaak wakker schiet met de gedachte dat Mieke een auto-ongeluk krijgt, “en dan is die kleine blonde dood”. Mieke vindt dit een mooie titel voor een boek. ‘s Avonds schrijft Boudewijn in zijn dagboek: “Een kleine blonde dood”, later vervangt hij dit door: “De kleine blonde dood”. 

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/41130

Biografie:


Jeugd


Boudewijn Büch werd geboren in Den Haag in de Bethlehemkliniek en groeide op in Wassenaar in een katholiek gezin met vijf broers onder wie Menno Buch. Zijn ouders scheidden in 1963. Zowel Boudewijn als zijn broers herinnerden zich hun vader later als een tirannieke persoonlijkheid; het huwelijk van zijn ouders was volgens Boudewijn nooit zeer gelukkig geweest.Romantisch-decadente nietsnutOndertussen was zijn aanleg voor het dichterschap opgevallen. Hij vond contact met diverse mentoren in het circuit van kunstenaars en academici in Leiden, en werd aan het begin van de jaren zeventig door steeds meer mensen beschouwd als een erudiet wonderkind. Hij verwierf die status door zijn grote weetgierigheid, een flinke dosis bluf en in sommige gevallen door bewust in te spelen op homo-erotische gevoelens bij zijn bewonderaars, die vaak toonaangevende posities in het Nederlandse cultuurleven bekleedden. Büch mat zich het imago van romantisch-decadente nietsnut aan. Koketteren met een homoseksuele of pedofiele geaardheid was daarvan kennelijk een onderdeel; de serieuze liefdesrelaties die hij tijdens zijn leven had waren echter zonder uitzondering heteroseksueel.
Vanaf omstreeks 1973 begon Büch serieus werk te maken van een loopbaan als dichter. Hij legde contact met Harry G.M. Prick, dankzij wiens bemiddeling in 1976 zijn debuutbundel Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs uitkwam. Mede dankzij de geestdriftige aanbevelingen van uitgever Martin Ros werd Büch al snel als een literaire sensatie beschouwd. De hype ging vergezeld van de fantasiecarrière die hij in de loop der jaren voor zichzelf had bedacht en waarmee zijn vrienden al langer bekend waren: hij zou zijn doctoraal in zowel Duits als filosofie hebben behaald en was bovendien psychofarmacohistoricus — een zeldzame wetenschap waarvan hij in alle bescheidenheid moest toegeven dat hij er 's werelds belangrijkste expert in was.
Op een dag ging Boudewijn op schoolreisje met zijn klas. Ze zouden naar een speeltuin gaan in Nijmegen en daar ook een stukje over de grens gaan, maar omdat de vader van Boudewijn oorlogstrauma's heeft mag Boudewijn van zijn vader absoluut niet in Duitsland komen. 
Als de klas bij de grens is, vraagt de meester om niet te ver te gaan. Terwijl de andere kinderen in Duitsland waren, bleven Boudewijn en de meester staan wachten. Als Boudewijn een mooie vlinder ziet vliegen holt hij erachter aan om hem te vangen voor zijn vader, die vlinders verzamelt. Als hij hem heeft gevangen komt hij erachter dat hij verdwaalt is en misschien wel in Duitsland is. Na een kwartier lopen kwam er een jeep aan met daarin twee Duitse mannen in groene pakken. Die brachten hem naar zijn klas. 
Eenmaal thuis gekomen toonde hij met trots de vlinder aan zijn vader. Zijn vader vond hem prachtig, maar toen Boudewijn vertelde over zijn avontuur in Duitsland begon zijn vader hem te slaan en hij maakte de vlinder kapot. 
Vader was nooit echt aardig voor Boudewijn en zijn moeder. Hij mishandelde zijn vrouw of zijn kinderen als die het over de oorlog of over Duitsland hadden. 
De ouders van Boudewijn vonden dat Boudewijn gek werd van de problemen thuis. Dus stopten ze hem in een gekkenhuis in Brabant. Boudewijn had het er niet naar zijn zin en hij kreeg krankzinnige ideeën als het plegen van zelfmoord. Hij kreeg ook last van buikkrampen. Als hij weer thuis komt gaat hij met zijn moeder naar arts. Die concludeert dat hij direct behandeld moet worden, omdat hij buikvliesontsteking heeft. In de ambulance die onderweg was naar het ziekenhuis raakt hij in een coma. Een paar weken later toen hij wakker werd kreeg hij van zijn vader mooie cadeaus, waaronder een grote stapel boeken. Na een jaar mocht hij het ziekenhuis uit en werd hij met open armen ontvangen op zijn lagere school. 
Jaren later als zijn vader en moeder allang gescheiden zijn, krijgt hij een kopie van een rouwkaart thuis gestuurd. Op de omslag stond: Je vader is overleden. Boudewijns moeder had dit geschreven. 
De dood van zijn vader greep hem erg aan, ondanks dat zijn vader nooit echt aardig voor hem was. Twee weken na dit overlijden krijgt hij een brief van twintig velletjes. Deze brief vind Boudewijn het ergste van alles wat zijn vader hem had aangedaan. Later krijgt hij te horen dat de brief geschreven is vlak voor zijn zelfmoord. Boudewijn had de brief verbrand. 
Voordat zijn vader stierf, heeft Boudewijn hem en zijn vijfde vrouw, de achttienjarige Deense Astrid Nisgren, nog één keer bezocht. Boudewijn wilde geld voor zijn studie van zijn vader en vertelt dat een vrouw van hem in verwachting is en dat hij homoseksueel is. Astrid sloeg hem en zijn vader werd lijkbleek. Als hij weggaat krijgt hij vijfentwintig gulden van zijn vader. 
De vrouw die van Boudewijn in verwachting was heet Mieke. Ze was vroeger lerares van Boudewijn. Omdat ze alcoholverslaafd is, is Boudewijn samen met hun zoon Micky bij haar weggegaan. Boudewijn ging samenwonen met Fleurette en haar dochter. Boudewijn had tijdens zijn relatie met Mieke ook een relatie met Fleurette. Vlak voordat Boudewijn met twee vrienden naar Parijs zou gaan, besloot Fleurette hem te verlaten. Boudewijn vond een huis voor Micky bij Gerda, de beste vriendin van Mieke. 
Als Boudewijn op tweede kerstdag terug komt en Micky op gaat halen treft hij Gerda huilend aan en ze vertelt dat Micky bij Mieke was geweest en dat Micky daar van de trap was afgevallen en dat hij klinisch dood is. 
Boudwijn besluit samen met de dokter Micky's kunstmatige leventje stop te zetten. 
Toen was de kleine blonde dood, op zes jarige leeftijd. Hij stierf zes maanden nadat z'n opa was overleden


 Dichter, romancier en publicist
Büchs schoolopleiding verliep niet voorspoedig. Hij bracht enige jaren door op het gymnasium (Bonaventura College in Leiden) en op de hbs maar eindigde zijn schoolcarrière met een mulo-diploma. Vanwege zijn dramatische ontwikkelingen vertrouwden zijn ouders de jonge Boudewijn toe aan de Wassenaarse leraar Nederlands en latere televisiepersoonlijkheid Sipke van der Land. Die leerde Boudewijn in een strenge leerschool de kunst van het schrijven.
 Büch schreef ontelbare columns, recensies en artikelen, gaf lezingen en liet bij diverse uitgeverijen een stroom aan literair werk verschijnen. Hieronder viel een reeks romans met een deels autobiografische, deels fictieve inslag, waarin steeds dezelfde thema's terugkeerden (waaronder depressie en psychiaterbezoek, de problematische relatie met de ouders, het maatschappelijke klimaat in de jaren vijftig en het muzikale fandom, in het bijzonder ten opzichte van de Rolling Stones). Het werd Büch wel kwalijk genomen dat hij in zijn romans de waarheid geweld aandeed, waarop hij zich verweerde door te stellen dat het literatuur was.
 Op financieel gebied wist hij geen overzicht te bewaren. Büch leefde op te grote voet en zijn schulden liepen zo hoog op dat hij in 1978 in staat van faillissement werd gesteld. Zijn financiële zaken stonden vanaf dat moment onder toezicht van een curator. Als gevolg van diens lankmoedigheid en Büchs zorgeloosheid liepen de schulden alleen maar op. Pas aan het einde van de jaren tachtig waren Büchs inkomsten toereikend om zijn uitgavenpatroon te dekken.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Boudewijn_Büch
Samenvatting: 
In dit boek wisselen twee verschillende verhalen zich steeds af. Het ene verhaal gaat over de tijd dat Boudewijn nog een jongen was en het andere gaat over de tijd dat hij volwassen is en een kind heeft. 
Op een dag ging Boudewijn op schoolreisje met zijn klas. Ze zouden naar een speeltuin gaan in Nijmegen en daar ook een stukje over de grens gaan, maar omdat de vader van Boudewijn oorlogstrauma's heeft mag Boudewijn van zijn vader absoluut niet in Duitsland komen. Als de klas bij de grens is, vraagt de meester om niet te ver te gaan. Terwijl de andere kinderen in Duitsland waren, bleven Boudewijn en de meester staan wachten. Als Boudewijn een mooie vlinder ziet vliegen holt hij erachter aan om hem te vangen voor zijn vader, die vlinders verzamelt. Als hij hem heeft gevangen komt hij erachter dat hij verdwaalt is en misschien wel in Duitsland is. Na een kwartier lopen kwam er een jeep aan met daarin twee Duitse mannen in groene pakken. Die brachten hem naar zijn klas. Eenmaal thuis gekomen toonde hij met trots de vlinder aan zijn vader. Zijn vader vond hem prachtig, maar toen Boudewijn vertelde over zijn avontuur in Duitsland begon zijn vader hem te slaan en hij maakte de vlinder kapot. Vader was nooit echt aardig voor Boudewijn en zijn moeder. Hij mishandelde zijn vrouw of zijn kinderen als die het over de oorlog of over Duitsland hadden. De ouders van Boudewijn vonden dat Boudewijn gek werd van de problemen thuis. Dus stopten ze hem in een gekkenhuis in Brabant. Boudewijn had het er niet naar zijn zin en hij kreeg krankzinnige ideeën als het plegen van zelfmoord. Hij kreeg ook last van buikkrampen. Als hij weer thuis komt gaat hij met zijn moeder naar arts. Die concludeert dat hij direct behandeld moet worden, omdat hij buikvliesontsteking heeft. In de ambulance die onderweg was naar het ziekenhuis raakt hij in een coma. Een paar weken later toen hij wakker werd kreeg hij van zijn vader mooie cadeaus, waaronder een grote stapel boeken. Na een jaar mocht hij het ziekenhuis uit en werd hij met open armen ontvangen op zijn lagere school. Jaren later als zijn vader en moeder allang gescheiden zijn, krijgt hij een kopie van een rouwkaart thuis gestuurd. Op de omslag stond: Je vader is overleden. Boudewijns moeder had dit geschreven. De dood van zijn vader greep hem erg aan, ondanks dat zijn vader nooit echt aardig voor hem was. Twee weken na dit overlijden krijgt hij een brief van twintig velletjes. Deze brief vind Boudewijn het ergste van alles wat zijn vader hem had aangedaan. Later krijgt hij te horen dat de brief geschreven is vlak voor zijn zelfmoord. Boudewijn had de brief verbrand. Voordat zijn vader stierf, heeft Boudewijn hem en zijn vijfde vrouw, de achttienjarige Deense Astrid Nisgren, nog één keer bezocht. Boudewijn wilde geld voor zijn studie van zijn vader en vertelt dat een vrouw van hem in verwachting is en dat hij homoseksueel is. Astrid sloeg hem en zijn vader werd lijkbleek. Als hij weggaat krijgt hij vijfentwintig gulden van zijn vader. De vrouw die van Boudewijn in verwachting was heet Mieke. Ze was vroeger lerares van Boudewijn. Omdat ze alcoholverslaafd is, is Boudewijn samen met hun zoon Micky bij haar weggegaan. Boudewijn ging samenwonen met Fleurette en haar dochter. Boudewijn had tijdens zijn relatie met Mieke ook een relatie met Fleurette. Vlak voordat Boudewijn met twee vrienden naar Parijs zou gaan, besloot Fleurette hem te verlaten. Boudewijn vond een huis voor Micky bij Gerda, de beste vriendin van Mieke. Als Boudewijn op tweede kerstdag terug komt en Micky op gaat halen treft hij Gerda huilend aan en ze vertelt dat Micky bij Mieke was geweest en dat Micky daar van de trap was afgevallen en dat hij klinisch dood is. Boudwijn besluit samen met de dokter Micky's kunstmatige leventje stop te zetten. Toen was de kleine blonde dood, op zes jarige leeftijd. Hij stierf zes maanden nadat z'n opa was overleden


Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/41124

Zelf geschreven recensie:

Wat bij mij na nader onderzoek opviel, is dat er 30 jaar lang werd gedacht dat het boek autobiografisch was. Dit blijkt dus helemaal niet zo te zijn, zijn kind is nooit gestorven. Pas na zijn dood is dit bekend geworden. Desondanks is het verhaal erg aangrijpend. Micky valt met zijn hoofd van de trap en wordt hersendood verklaard. Ik vind het zwaar triest dat er zo jong een einde aan Micky zijn leven is gekomen. Een ouder hoort niet zijn kind te verliezen, daarvoor zet je kinderen niet op de wereld. Als ouder zie je graag je kinderen gelukkig en oud worden, dat zoiets dan gebeurd is heel erg sneu. Wat ik heel aansprekend vind is dat hij het verlies van zijn kind probeert te verwerken in het boek. Hij schrijft er zelfs nog een boek over "de blauwe salon". Als lezer zie je hem het verdriet verwerken, hij vertelt over het leven van zijn kind. Dat hij alleen het kind heeft gecremeerd met het lievelingsnummer van de Stones. Wat schokkend is, is dat het totaal verzonnen is. Het is helemaal niet autobiografisch. Ik vind het kortom gestoord dat iemand zo iets kan verzinnen, en dan zo goed onder woorden kan brengen. 

Twee recensies:





Titel: De kleine blonde dood
Uitgever: Wolters- Noordhoff, Groningen 
Jaar uitgave: 1985 
Pagina's: 215

Geen opmerkingen:

Een reactie posten